|
De zon scheen die dag. Co de Vries ('druk, druk, druk'), voelde
het opeens: warmte op zijn hand. Voor het eerst sinds vijf maanden.
Zijn lichaam stond nog naar kou, naar Kroes, naar vries en ijzel.
Hoe laat was het? De tijd verbleekte bij de datum: 21 maart!
De eerste lentedag nam hij altijd vrij, maar hij was het vergeten.
Net als de trouwdag van zijn ouders, de verjaardag van zijn
secretaresse. Net als 21 maart het vorig jaar.
Wat stond er op de agenda? Een paar brieven en enkele uitgestelde
salarisbesprekingen. Hij wou vandaag ook eindelijk eens met
de drukker over nieuw briefpapier praten, met tiencijferige
nummers. Al maanden geleden had de drukker hem hierop geattendeerd.
Ach, onbelangrijk eigenlijk. 21 Maart is een dag dat alleen
de eeuwigheid telt. Wat maakte het uit op de eeuwigheid dat
zijn secretaresse een paar dagen langer met een dun zwart stiftje
een onopvallende 2 op iedere brief moet penselen?
Wat telde is een sterk verlangen om de hele dag de zon te voelen.
Met Viviënne, zijn liefje van vele jaren geleden. Toen
hij met haar woonde, zaten ze op 21 maart altijd in de deuropening,
zo lang mogelijk. Bij regen heel even, onder de grootste paraplu
die ze hadden. Als de zon scheen de hele dag. Koffie, boeken,
pianomuziek, 's avonds met steeds meer wijn en sigaretten bij
een vuurtje. Ook nadat het uit was, spraken ze nog vaak af op
de eerste lentedag. Viviënne had vaak tijd als hij belde,
hij begreep het niet. Ze deed nu iets creatiefs, iets met communicatie,
en was net als hij directeur van het bedrijf.
Een kwartier later zaten ze op het terras, in de middagzon,
maar de zon ging die dag niet onder. Ze praatten, dronken, lachten,
en zoenden. Een oude afspraak: eens per jaar mochten ze met
elkaar zoenen, op 21 maart. Wat is een zoen op de eeuwigheid?
Veel. Hij was het niet vergeten.
|
|