ga naar homepagina

Drie Octoberstraat 11
2313 ZL Leiden
tel. 071 - 5131024
info@benvroom.nl

 

Usability

Usability & SEO advies
Expert review
Usability test

Boeken
Checklists
Artikelen

Verhalen

Foto's

Bio & Publicaties

Kort verhaal

       
 

Het lekkerste plekje

   
       
 

Eén plek in de trein is het lekkerste plekje. Dáár moet ik terecht komen.
Het is tegen elven op de lijn Leiden-Utrecht. Ik stap in op Leiden Lammenschans. Dat is niet ideaal: op Leiden Centraal kunnen al mensen het lekkerste plekje hebben ingenomen. Zij weten niet hoe lief die plek me is. (Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo aan één plek gehecht is.) Maar gelukkig rijd ik niet in de spits, ik heb misschien nog een kans.

In veel treinen maakt het niet zo veel uit. In de prachtige blauwe koplopers die als een lang lint van Utrecht naar Amsterdam zoemen, zitten heel veel lekkere plekjes: stoelen bij het raam waarin je heerlijk kunt wegdromen. Geen geschok, geen botsende knieën als je makkelijk wil zitten en stoelen waar je rug zich graag in neervlijt. Ga in een koploper zitten en de wereld is goed.

Zo niet in de treinen tussen Leiden en Utrecht. Trage oude bakken die bij voortduring de koffie uit je bekertje trachten te schudden. De coupés in het midden schokken het hardst; zij zitten direct boven de wielen. Dat de sporen tussen Leiden en Woerden net even te breed zijn, merk je vooral daar. Door het geschok en gestamp kun je niet normaal met elkaar praten. Een krant trilt voor je ogen, iets schrijven levert nutteloos gekras op. Deze coupés moet je vermijden, net als de coupés die aan beide uiteinden van het treinstel zitten. Die hebben hetzelfde probleem. Ook de eerste klas valt af: te duur.
Eén coupe blijft over: de langste, met aan beide kanten vijf keer vier stoelen. Ik hou van ruime coupés. Ik hou vooral van ruimte vóór me. In de lange coupé bevinden zich de plaatsen die het verst van de wielen afliggen. Zij schudden het minst.

Als de naderende trein een dreigende grom aan de spoorbrug bij het stationnetje ontlokt en iedereen positie kiest, ga ik zo staan dat de lange coupe voor mijn neus zal stoppen. Op ongeveer twee meter van de rand van het perron kun je je snel verplaatsen en een goede uitgangspositie voor de openslaande deuren verwerven. Je moet snel en behendig naar binnen, zonder opdringerig te worden (de koffie!) en dan recht op Het Lekkerste Plekje af: de tweede rij stoelen, rechts bij het raam, vooruit rijdend.
De tweede rij omdat die exact midden tussen de wielen ligt. Vooruit rijdend, dat begrijpt iedereen. Ik ben niet anders dan oude vrouwen, qua voorliefde voor vooruit rijden. Ik wil vooruit in het leven, niet achteruit. Ik wil ook vooruit in de trein.
En ik wil rechts bij het raam. Alleen als de plek rechts bij het raam bezet is, neem ik die links bij het raam, als een goede tweede keus.

De voorliefde voor rechts vereist misschien iets meer uitleg. Als je iets ziet, bijvoorbeeld een bladzijde uit een tijdschrift of een schilderij, gaat je blik onwillekeurig van linksboven naar rechtsonder, in dezelfde richting als waarin wij lezen. Schilders en grafisch vormgevers houden daar rekening mee. Als je rechts bij het raam zit, trekt de wereld ook in die richting aan je voorbij. Dat is prettig. Bijna niemand weet dat, maar laat mensen een lege trein inlopen en zie: de meerderheid gaat rechts bij het raam zitten.

Mijn dag zal een goede dag worden als de twee mensen die toch eerder door de deuren naar binnen zijn geglipt, niet op de lege plek bij de tweede rij stoelen rechts bij het raam zijn gaan zitten.
Mijn dag is geweldig als alle vier de plaatsen nog leeg zijn en ik niet tussen die andere lijven mijn bekertje koffie open hoef te maken. Als ik breeduit in de bank kan gaan zitten en, met mijn jas tegenover me en de krant naast me, kan genieten van de zon die door de wolken breekt.
Mijn dag is zeldzaam goed als ik, niet gehinderd door een rookverbod, naast de koffiedamp de rook van mijn sigaret in het zonlicht omhoog kan laten krinkelen. Dan ben ik een gelukkig mens. Dan mag de reis naar Moskou gaan.