Lang leve de Koningin
Twee jaar geleden zoenden we voor het eerst. Liesbet was 32
en wist zeker dat ze geen kinderen wilde. Voor mij was het minder
duidelijk, ik wachtte rustig het moment van de definitieve keuze
af. Het onderwerp kwam regelmatig terug, maar het werd nooit
serieus. Over de belangrijke beslissingen van het leven kunnen
wij maar moeilijk in alle ernst praten. Het blijft spelen, het
uitwisselen van woorden in afwachting van een beslissing.
Na verloop van tijd wist Liesbet het niet goed meer. Ze begon
'Ik wil geen kinderen' af te wisselen met: 'Ben, zullen we er
drie nemen?'. Ik zei meestal iets als 'goed' of 'nee, vijf'
en wachtte af. Opeens, op een zondagavond, zei ze zeer nadrukkelijk:
'Ik weet het nu, ik wil geen kinderen'. Goed, geen kinderen
dus, dat gaf veel mogelijkheden en vrijheid. Ik vond het leven
dat we leidden leuk, wat mij betreft mocht het zo blijven.
De vrijdag daarop gingen we naar de kinderfilm Lang leve de
Koningin. Een achtjarig meisje weet niet wie haar vader is.
Op school wordt ze gepest en haalt ze onvoldoendes. Maar dan
leert ze schaken met een prachtig schaakspel dat gaat leven
als ze ernaar kijkt. Ze mag meedoen aan een simultaan-seance
tegen een grootmeester uit Zuid Afrika, die ze op een foto als
haar vader heeft herkend. Als ook hij na afloop ontdekt dat
zij zijn dochter is, komt uiteindelijk alles goed: vader, moeder
en dochter blijven bij elkaar.
Liesbet huilt bij de aftiteling en blijft zitten. Als iedereen
weg is, huilt ze nog, nu met grote uithalen. Na enige tijd komt
een suppoost wat ongemakkelijk op ons af: of we toch niet vrij
snel de zaal willen verlaten, de volgende lichting kan anders
niet naar binnen. Liesbet loopt de luid snikkend de trappen
van de bioscoop af. Recht voor ons staan honderden mensen tegen
glas aangedrukt, wachtend op het moment dat ze naar binnen mogen.
Wij worden richting nooduitgang geleid. Liesbet duikt eerst
de wc in, maar het huilen houdt niet op. Buiten staat ze nog
minuten snikkend met haar rug tegen de nooduitgang. Eindelijk
verandert de tranenstroom in een enkele snik.
We gaan uit eten en belanden bij de Mexicaan. Liesbet is stil
voor haar doen. We praten wat na over de film en ineens, na
een stilte, kijkt ze op en zegt, met nog rode ogen: 'Ik wil
een kind'. Ik doe er als gewoonlijk luchtig over - ik was er
eigenlijk net aan gewend dat we gèèn kinderen
zouden nemen. 'Ben', zegt ze, 'Ik wil een kind, ik wil het echt.'
Liesbet is nu vijf maanden zwanger. Als ik een toeter op Liesbets
buik plaats kan ik het hartje horen, alsof er een muisje in
zit, zo snel. Ik wil ook een kind.
(gepubliceerd in rubriek 'NL' van De Volkskrant en in de
bundel 'NL' van De Volkskrant)
|